Mogelijk andere mechanieken van DHEA om vetvorming tegen te gaan zijn verbeterde intercellulaire stofwisseling via de mitochondria, en verbeterde thyrnushormoon-funktie en protemesynthese. Naast de remmende werking op vet-aanmaak en opslag, werkt DHEA op het verbruiken van energie, in plaats van dat deze wordt opgeslagen. Het dichtslibben van bloedvaten wordt in direct verband gebracht met verlaagde DHEA-levels. In een studie verminderde de cholesterolaanslag na behandeling met DHEA met 50% ten opzichte van cen controlegroep, die niet behandeld werd. (Gordon, 1988). Deze bevinding is ondermeer van belang voor mensen, die een bypass operatic hegben gehad, aangezien de nieuwe bloedvaten neiging hebben orn sneller dicht te taken. UitSebreide studies over een periode van meer dan twintig jaar lieten zien, dat DHEA levels lager waren bij mensen, die stierven aan hart- en vaatziekten dan bij een controle groep (LaCroix, 1992). DHEA en sport: DHEA is tot nu toe weinig bestudeerd, maar veel gebruikt in Amerika (sportscholen) vanwege het vermogen om spiergroei te bevorderen bij (matige tot stevige) krachtsinspanning in hoeveelheden van 50 tot 2.500 mg per dag. Er is geen duidelijke standaard over de toe te passen hoeveelheden. Nader onderzoek is daarom noodzakclijk. Wij zullen proberen, als er voldoende animo voor deelriame uit de hock van sportbeoefenaren is, om dit onderwerp mee te nemen in onze eindanalyses. Effecten tegen kanker: Epidemologische studies hebben aangetoond dat het risico op het ontwikkelen van vele verschillende soorten kankers direct gerelareerd is aan de serum- of urine levels van DHEA of DHEA-sulfaat. Bij proefflieren heeft DHEA het ontstaan van vele soorten - spontaan of chemisch veroorzaakte - kanker weten te voorkomen. Gepubliceerd zijn: voorkomen van kanker van de dikke darm (Schulz, 1992), idem longlcanker (Pashko, 1984), huidkanker (Pashko, 1985) en evenzo spontaan viraal geinduceerde borstkanker (Schwarz, 1981). Tot de verschillende soorten kanker met name bij de mens, die geassocicerd worden met lage levels DHEA behoren: darmkanker (Gordon, 1993), prostaatkanker (Stahl, 1992), blaaskanker (Gordon, 1992) en borstkanker (Bulbrook, 1971). De hypothese dat DHEA vervorming reint door gereduceerde activiteit van het enzym G61'DH is vaak bestudeerd als mogelijk mechanisme voor de anti-kanker-werking van DHEA. Vanwege de gelijkenis van DHEA met andere 'seks-hormoned was er een zekere bezorgdheid dat DHEA mogelijk vergroting van de prostaat zou kunnen veroorzaken. Dit was echter niet het geval (Regelson, 1988). Echter orndat DHEA voor een deel wordt omgezet in testosteron (het mannelijke geslachtshormoon) bestaat er een reden tot voorzichtigheid als er prostaat-abnormaliteiten bestaan. Deze komen frequenter voor bij mannen boven de 50 jaar, dan bij jongere mensen. Echter de omzetting van testosteron naar dyhydrogtestosterone, verantwoordelijk voor de problemen met de prostaat, en dan met name kanker, kan worden voorkomen door gelijktijdig Proscar of soortgelijke medicatie te gebruiken. Dierstudies hebben laten zien dat DHEA het ontstaan van borstkanker kan blokkeren, maar tevens - als er reeds sprake is van borstkanker - deze kan stimuleren !!!!! (Regelson, 1990). Overigens kan het hersenhormoon Melatonine de mogelijke borstkankerwerking van grotere hoeveelheden DHEA voorkomen.
|